Hoge nood

Op ruime afstand van de rest van de groep staken Tessa en Britt het grote plein voor de kerk over.
“Een beetje voortmaken, dames,” gebaarde meneer Hamelink zichtbaar geïrriteerd. “De rondleiding begint over twee minuten, en er wordt op niemand gewacht.”
“Kan ik nog snel even ergens naar de wc?” vroeg Britt.
“Nee, daar is geen tijd meer voor,” antwoordde haar leraar beslist. “Voor we uit het museum vertrokken is er voldoende gelegenheid geweest voor een sanitaire stop, maar toen hebben jullie je tijd verdaan met ginnegappen.”
“Kut, ik moet best wel nodig plassen,” zei Britt zachtjes tegen Tessa.
“Ik ook,” fluisterde Tessa terug. “Hopelijk duurt die stomme rondleiding niet al te lang.”
Onder de dwingende ogen van Hamelink betraden ze het grote kerkgebouw.

“Goedemiddag, mijn naam is Jaap Meuleman,” doorbrak even later een man van middelbare leeftijd het gekwebbel van de leerlingen. “Ik ben vandaag jullie gids.” Direct begon hij aan een enthousiaste monoloog over de laatgotische kerk waarin ze zich bevonden.
Britt keek verveeld om zich heen. Ze was een achttienjarige griet die gruwelde van alles wat haar werd opgelegd. Ze was wars van conventies, en hield ervan te experimenteren met haar uiterlijk. Een paar weken geleden had ze eigenhandig haar lange bruine haren gitzwart geverfd. Op deze zomerse dag sierden een knalgeel t-shirt en een uitdagend zwart rokje haar slanke lijf. Ze was een attractieve verschijning die altijd de aandacht naar zich toetrok, maar vanwege haar grillige karakter bewonderden de meeste jongens op school haar slechts op afstand.
Tessa probeerde zich te concentreren op het verhaal van de gids. Net als Britt was ze achttien lentes jong, maar daarmee hielden de overeenkomsten met haar vriendin op. Blonde Tessa was een rustig meisje dat het liefst zo min mogelijk opviel. Onzeker over de bescheiden vetrolletjes rond haar middel was ze zich nauwelijks bewust van de aantrekkingskracht die ze met haar weelderige boezem en brede heupen uitoefende op het andere geslacht. Als altijd twijfelend voor de kledingkast had ze vanochtend bij uitzondering durven kiezen voor haar strakke jeans en één van haar weinige nauwsluitende topjes, maar inmiddels had ze Britt al driemaal gevraagd of ze het echt wel kon hebben.
In voorgaande jaren waren de twee meiden nooit met elkaar omgegaan, maar sinds ze vorig jaar als enigen van hun klas waren gezakt voor hun eindexamen, waren ze onafscheidelijk.

“Jezus, wat een langdradig gewauwel,” fluisterde Britt in Tessa’s oor. “Laat hem een beetje opschieten, want ik moet zeiken als een nijlpaard.”
Tessa knikte met een ernstig gezicht. “Anders ik wel,” antwoordde ze zacht. “Stom van ons dat we niet in het museum naar de wc zijn gegaan.”
“Zijn er tot dusver al vragen?” vroeg meneer Meuleman aan het eind van zijn uiteenzetting.
Britt stak haar hand op. “Ja, zijn er hier ook wc’s?”
De gids glimlachte. “Nee, in de tijd dat deze kerk werd gebouwd had men nog nooit van sanitaire voorzieningen gehoord. Men deed zijn behoefte in een open riool dat dwars door de stad liep.”
“Kutzooi,” mopperde Britt binnensmonds. “Direct afbreken die kerk, zou ik zeggen.”

“Ik heb begrepen dat jullie maar beperkt de tijd hebben,” vervolgde hun gids, “dus we laten het kerkgebouw verder voor wat het is. We zullen nu de monumentale toren gaan beklimmen.”
“Gelukkig,” zuchtte Tessa opgelucht, “dan zijn we hier waarschijnlijk zo klaar.” Met tegenzin liep ze achter de groep aan naar de toegang tot de toren. Toen ze merkte dat Britt haar niet volgde, keek ze achterom. “Hé, waar blijf je nou?” maande ze haar vriendin op gedempte toon.
“Ga jij maar alvast,” siste Britt. “Ik, eh… ik kom er zo aan.” Ze keek zoekend om zich heen, om vervolgens in de richting van een grote zuil te lopen.
“Tessa en Britt,” riep meneer Hamelink op strenge toon vanaf de voet van de torentrap, “zouden jullie alsjeblieft bij de groep willen blijven?” Hij bleef staan tot na Tessa ook Britt zich onwillig bij haar klasgenoten had gevoegd.
Voorgegaan door meneer Meuleman begon de klas aan de beklimming van de eindeloze wenteltrap. Al snel liep iedereen te hijgen.
“Laten we maar zo snel mogelijk naar boven lopen,” pufte Tessa, “des te eerder kunnen we weer naar beneden.”
“Ja,” beaamde Britt met een zuur gezicht.

Tot verrassing van de vriendinnen bleef Meuleman plots stilstaan bij een deur in de wand van het trappenhuis. “We zijn aangekomen bij de eerste torenkamer die ik jullie wil laten zien. Deze kamer heeft in de loop der eeuwen verschillende interessante functies gehad.” Hij toverde een grote sleutelbos uit zijn zak en opende de deur.
“Dit is zwaar klote,” fluisterde Britt toen ze even later in de bedompte ruimte stonden. “Op deze manier kan het nog uren gaan duren.” Nerveus hupte ze van de ene op de andere voet.
“Vast niet,” antwoordde Tessa zonder veel overtuigingskracht. “Die vent heeft zelf gezegd dat we niet veel tijd hadden.”
Tien eindeloze minuten later vervolgde de groep de lange klim.

In het half uur dat volgde, werd de wandeling naar boven nog meerdere malen onderbroken voor een verhandeling over het roemruchte verleden van de aan de trap grenzende ruimtes. Terwijl hun klasgenoten geamuseerd luisterden naar de lange reeks anekdotes uit het repertoire van meneer Meuleman, gingen Tessa en Britt steeds zorgelijker kijken.
“Ik moet zó vreselijk plassen,” fluisterde Britt toen ze bij de laatste kamer vóór de top waren aangeland. “Ik ga het nooit volhouden tot we weer beneden zijn.” Toen ze zag dat er niemand haar kant op keek, klemde ze haar hand strak in haar kruis. “En jij?”
“Het gaat wel,” leek Tessa zichzelf moed in te willen praten. Maar haar gekruiste benen verrieden dat ook van haar blaas de maximale capaciteit bijna was bereikt.
“Luister, ik ga gewoon plassen,” vervolgde Britt opeens. “Ik heb geen keus.”
Tessa zette grote ogen op. “Wat!? Bedoel je dat je hier in de toren…?”
Britt knikte. “Maar ik heb jouw hulp nodig. We moeten zorgen dat we als laatsten de kamer verlaten.”

“Kom meiden,” zei Meuleman nadat hij de deur van de torenkamer had afgesloten, “het is nog maar een klein stukje naar boven.”
“Mooi, ik ben benieuwd naar het uitzicht.” Britt, met Tessa in haar kielzog, volgde hem een paar meter de trap op, maar hield toen haar pas in.
“Okee,” zei ze tegen haar vriendin. “Kun jij in de gaten houden of Hamelink misschien terugkomt om ons te zoeken?”
“Wil je gewoon hier op de trap gaan zitten?” vroeg Tessa verbijsterd, terwijl ook zij met haar hand tussen haar benen greep.
“Wie had het over zitten?” vroeg Britt met een schalkse blik. Ze zette haar handen in haar zij en ging wijdbeens op één van de brede traptreden staan.
“Wacht,” siste Tessa. “Volgens mij komt er iemand aan!” Het aanzwellende geluid van voetstappen werd gevolgd door de rode hoofden van een zich omhoog zwoegend echtpaar.
Britt zette een stap opzij. “Hallo,” knikte ze vriendelijk. Nog voor het stel buiten gehoorafstand was nam ze haar positie weer in. Tessa wachtte ademloos op wat er ging gebeuren.

Een tel later kletterde een dikke straal vloeistof recht van onder Britts zwarte rok op de stenen ondergrond. In slechts een paar seconden ontstond er tussen haar voeten een kolkende massa, die zich als een miniatuurwaterval trede na trede een weg naar beneden baande. Met open mond staarde Tessa naar haar vriendin, die met een gelukzalige glimlach op haar gezicht eindeloos bleef doorplassen.
Britt sloot een ogenblik haar ogen. “Heerlijk, wat een opluchting,” kreunde ze. “Dit had ik veel eerder moeten doen.” Langzaam nam de kracht van de stortvloed tussen haar benen af. Uiteindelijk kwam de indrukwekkende stroom druppelend tot stilstand. Met een ondeugende blik in de ogen keek Britt naar de enorme plas onder haar voeten, die zich over de trap naar beneden kronkelde. “Ziezo, probleem opgelost,” zei ze triomfantelijk.
De verbijstering was van Tessa’s gezicht af te lezen. “Je rok…,” bracht ze uit, “je rok is nog helemaal droog!”
“Een beproefde techniek voor geval van nood,” lachte Britt, die duidelijk blij was dat ze van de druk in haar buik was verlost. “Als je het goed doet, wordt alleen de onderkant van je slip een beetje nat. Ik had het eigenlijk beneden al willen doen, maar ik kreeg de kans niet.” Ze liep een paar treden omhoog, tot ze naast Tessa stond. Ze knikte naar de plek waar ze zojuist haar blaasinhoud had geloosd. “Nu jij nog.”

“Bedoel je dat ik ook op de trap moet plassen?” vroeg Tessa benauwd.
“Ja, natuurlijk,” antwoordde Britt. “De rest is al naar boven, en ze hebben ons nog niet gemist. Je moet nu je kans grijpen.”
“Jij hebt gemakkelijk praten,” protesteerde Tessa, “jij hoefde alleen maar te gaan staan en alles te laten lopen.”
“Dat is waar. Jij zult even met je broek naar beneden door de hurken moeten. Maar wat wou je anders doen? Het net zolang ophouden tot je het vanzelf in je broek doet?”
“Ik kan het best volhouden tot we weer beneden zijn,” zei Tessa ferm. Demonstratief trok ze haar hand tussen haar benen vandaan.
“Misschien, maar misschien ook niet,” antwoordde Britt. “Maar waarom moeilijk doen als het ook makkelijk kan?”
“Maar wat als er plotseling iemand langskomt?” sputterde Tessa tegen.
Haar vriendin zuchtte. “Ga nou maar snel zitten,” drong ze aan, “ik hou wel in de gaten of er iemand aankomt.”
Schoorvoetend liep Tessa een paar treden naar beneden. Een ogenblik aarzelde ze nog. Toen maakte ze de knoop van haar spijkerbroek los.

Op dat moment werden de meiden opgeschrikt door de stem van hun leraar, die van bovenaf naar hen riep. “Tessa en Britt,” bulderde hij, “waar hangen jullie in vredesnaam nu weer uit? We wachten op jullie voor de groepsfoto!”
“Kut,” fluisterde Tessa, die net haar broek van haar billen had getrokken. “Het is te laat.” Staand in haar witte slip spitste ze haar oren. Voetstappen op de trap boven hen kwamen steeds dichterbij.
“We komen eraan,” schreeuwde Britt naar boven. “We keken nog even naar een interessant, eh… glas-in-loodraam!” Ze liep een stukje omhoog. “Doe snel je ding,” siste ze naar Tessa. “Ik hou Hamelink wel even aan de praat.”

Net toen Britt door haar collectie smoezen heen was en Hamelink aanstalten maakte zijn weg naar beneden te vervolgen, voegde Tessa zich bij hen.
“Mooi,” zei Hamelink sarcastisch, “dus het belieft de weledele jongedame eindelijk zich onder het gepeupel te begeven?”
“Het spijt me,” zei Tessa bedremmeld.
“Goed dan,” bromde Hamelink. “Kom op, de gids wacht op ons.” Voortdurend kijkend of de twee vriendinnen hem nog volgden, begon hij de trap weer te beklimmen.
“En?” vroeg Britt op gedempte toon aan haar vriendin.
“Ik durfde niet,” jammerde Tessa zachtjes. Het huilen stond haar nader dan het lachen. “Ik was bang dat Hamelink opeens achter me zou staan.”
Op de top van de toren stond meneer Meuleman met zijn camera te wachten. “Ah, we zijn compleet,” zei hij toen hij de meiden en hun leraar de omgang van de toren zag betreden. Even later lachte Tessa krampachtig naar het vogeltje. Zelfs Britt had niet in de gaten dat ze met haar handen angstvallig een klein nat plekje in het kruis van haar jeans verborgen hield.

De gang terug naar beneden verliep aanzienlijk sneller dan de beklimming. Desondanks leek voor Tessa elke stap een foltering. “Ik moet zo nodig, ik kan het niet meer ophouden,” beklaagde ze zich bijna onhoorbaar bij Britt. Kans om ongezien neer te hurken kreeg ze niet meer: terwijl gids Meuleman voorop liep, bewaakte Hamelink als een pitbull de staart van de groep.
Toen ze de plek bereikten waar Britt zich van haar vloeibare last had ontdaan, hield Meuleman even stil. Hij keek verwonderd naar de vochtplekken in de traptreden en mompelde iets in zichzelf. Britt kon een zelfvoldane grijns niet onderdrukken. Ze zocht oogcontact met Tessa, maar die staarde recht voor zich uit terwijl ze zich met samengeklemde dijen stap voor stap naar beneden worstelde.
Toen ze eindelijk vanuit de toren weer de kerk betraden, kondigde Hamelink het laatste onderdeel van de excursie aan. “We sluiten af met een stadswandeling. Maar eerst gaan we even wat drinken op het terras aan de overkant van het kerkplein. Jullie kunnen er alvast gaan zitten terwijl ik het een en ander afhandel met meneer Meuleman.” Dit liet de klas zich geen tweemaal zeggen: in een mum van tijd was iedereen de poort uit.

Ver achter de groep liep Tessa voetje voor voetje het plein op.
“Vooruit Tes, doorlopen,” zei Britt, die bij haar was gebleven. “Nog honderd meter en je kunt naar de wc. Je gaat het halen!”
“Ik kan niet sneller,” kermde Tessa. “Als ik harder loop moet ik nog veel erger plassen.”
“Nog even volhouden, je bent er bijna,” probeerde Britt haar moed in te praten. Ze legde haar hand op Tessa’s schouder.
Plotseling stond Tessa stil. “Ik hou het niet meer, Britt”, zei ze zachtjes. De tranen stonden in haar ogen. In een laatste poging haar overbelaste sluitspier onder controle te houden greep ze weer naar haar kruis. Het was tevergeefs: rond haar hand kleurde de stof van haar jeans donkerblauw. “Kut kut kut, ik pies in m’n broek,” piepte ze ontzet. Ze kruiste haar benen in een poging het tij te keren, maar kon niet voorkomen dat de vochtige plek rond haar kruis zich uitbreidde naar haar bovenbenen. “O, mijn broek, hij is helemaal nat, wat moet ik nou doen?”

Een ogenblik stond Britt gebiologeerd te kijken naar de langzaam uitdijende vlek in Tessa’s broek. Toen kwam ze in actie. “Heb je een jas bij je?” vroeg ze.
Tessa knikte. “In mijn rugzak.” Ze had een verbeten uitdrukking op haar gezicht. Het leek erop dat ze het commando over haar blaas weer even had overgenomen.
“Goed zo, geef hier.” Britt ritste Tessa’s tas open en trok de jas eruit. “Hier, knoop hem om je middel om je achterkant te bedekken. Je billen zijn ook drijfnat.”
Terwijl Tessa het advies van haar vriendin opvolgde, zag ze hoe twee passanten haar ongelovig aanstaarden. Beschaamd sloeg ze haar ogen neer.
Britt keek naar de overkant van het plein, waar hun klasgenoten inmiddels het terras hadden bezet. Ze schoof de rugtas van Tessa’s schouder. “Hier, hou deze voor de voorkant van je broek. We gaan gezellig een terrasje pikken.”
“Bedoel je dat je gewoon bij de rest wilt gaan zitten?” vroeg Tessa angstig. “Dat durf ik niet, ik schaam me dood.”
Britt trok haar aan de arm. “Kom op, niemand gaat iets merken.”

Even later koos Britt een tafel aan de rand van het terras, op enige afstand van hun medescholieren. “Ga hier maar zitten,” gebaarde ze Tessa.
“Zitten? Maar ik moet nog steeds heel nodig plassen,” protesteerde Tessa op fluistertoon. “Ik moet eerst naar de wc.”
Britt duwde haar vriendin in een rotan terrasstoel. “Je wilt toch niet de rest van de dag die pisvlekken camoufleren?” Ze keek Tessa indringend aan. “We moeten er eerst water van maken,” voegde ze er op geheimzinnige toon aan toe. Ze wenkte de ober. “Meneer, mogen wij twee glazen spa blauw?” Toen ging ze naast Tessa zitten.
Terwijl Britt ongeduldig wachtte op haar bestelling, zat Tessa erbij als een zielig hoopje ellende. Met haar rugzak op schoot staarde ze ongerust voor zich uit. “Het gaat weer mis, het gaat weer mis,” weeklaagde ze zachtjes. Britt wierp een blik op Tessa’s stoel. Tussen de kieren in de zitting door zag ze druppels op de grond vallen.

“Twee spa blauw voor de dames,” zei de ober vriendelijk. Terwijl hij zijn ogen kort op elk van hen liet rusten, schonk hij hun beider glazen halfvol. “Alstublieft.”
Britt keek het terras rond. “Zet je tas op de grond,” zei ze zachtjes tegen Tessa. Intussen schonk ze de rest van het water in de glazen.
Even keek Tessa haar vriendin vragend aan, toen klaarde haar gezicht op. Ze leek Britts bedoeling te snappen. Ze keek om zich heen. Niemand keek in haar richting. Langzaam trok ze de tas van haar natte bovenbenen.
Het volgende moment maaide Britt met een snelle beweging de twee glazen water omver. De inhoud gutste precies over Tessa’s schoot.
“Britt, wat doe je nou?” riep Tessa quasi-verontwaardigd.
Britt stond op uit haar stoel. “O, sorry Tes,” schreeuwde ze zo hard dat het hele terras het kon horen. “Ik gooi per ongeluk al het water over je broek heen!” Ze richtte zich tot de ober: “Meneer, heeft u misschien een paar handdoeken voor ons te leen, zodat we de broek van mijn vriendin een beetje kunnen drogen?”
Onder de priemende ogen van tientallen terrasgasten begeleidde Britt haar doorweekte vriendin naar de damestoiletten.

Schuchter betrad Tessa een kwartiertje later weer het terras. Na het bevrijdende toiletbezoek had ze samen met Britt haar spijkerbroek zo goed en zo kwaad als het ging droog gedept, maar rond haar kruis was nog altijd een subtiele schaduw zichtbaar.
“Hé Tessa, kon je het niet meer ophouden?” grapte een jongen uit hun klas. Hier en daar werd wat gegniffeld. Maar de wateract van Britt had gewerkt: niemand leek serieus te geloven dat een grote meid van achttien het werkelijk in haar broek zou kunnen hebben gedaan.
“Dank je wel,” fluisterde Tessa naar Britt. “Ik sta bij je in het krijt.”
“In dat geval lust ik wel een glaasje water van je,” grinnikte Britt. Opnieuw wenkte ze de ober.

Een gedachte over “Hoge nood

Plaats een reactie